Het glas is altijd halfvol
Roze olifanten, nijlpaarden van zeep, winterse buien, mij aanstarende koeien bij het hek van een weiland. Het maakt niet uit waar ik aan denk; zodra ik het doe zie ik het voor me.
Denk ik aan een halfvol glas zie ik een van mijn eigen blauwe glazen met belletjes in het glas voor me. Halfvol met water.
De een heeft dit wellicht sterker dan de ander, maar min of meer werkt het bij ons allemaal zo. Denken we aan de lente, dan dansen de lammetjes, gele narcissen en bloesemende bomen op ons netvlies. Heerlijk! zeggen we dan, de lente komt eraan. Met een beetje mazzel stroomt de energie door ons lijf en zetten we vol goede moed de eerste spade in de grond.
Maar denk ik aan een mogelijk akelig ongeluk dan voel ik direct een pijntje in mijn knieën, met name als daar wellicht een geliefde bij betrokken is.
Dat moet ik niet te vaak doen, want het levert me naast pijn ook angstgedachten, piekermomenten en somberheid op. Onprettige gedachten geven altijd enige stress in plaats van energie.
Onze gedachten zijn waanzinnig krachtige instrumenten voor het realiseren van meer of juist minder geluk. En gelukkig kunnen we leren onze gedachten zoveel mogelijk de gewenste kant op te sturen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat je optimisme kunt leren. Pessimisme is dus voor het grootste deel aangeleerd.
En dat is goed nieuws. Je hoeft niet te denken dat het glas halfleeg is. Je kunt leren ervan uit te gaan dat het glas altijd half vol is.
Ook stressklachten kun je positief labelen. Ze zijn een signaal dat je leven leuker kan. Check eens op mijn lijstje “Verschillen tussen stress en flow” hoe het anders kan.
Heb het goed,
May
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!